Terug naar overzicht

Koppeltaal onderzoekt decentrale voorziening

In 2017 spraken de communities rond Koppeltaal zich in de zogeheten whitepaper Koppeltaal 2.0 al duidelijk uit: de infrastructuur voor gegevensuitwisseling binnen de zorg zou in de toekomst bij voorkeur decentraal moeten worden ingericht. In plaats van één centrale voorziening, pleitte men voor een zogeheten “meervoudige oplossing”. Het idee: de markt moet de ruimte krijgen om zelf met voorzieningen te komen, mits deze voldoen aan de eisen en standaarden van Koppeltaal.

Deze visie past bij de bredere ambitie van Koppeltaal: faciliteren in plaats van beheren. Omdat er destijds nog geen passende oplossing in de markt bestond, stelde Koppeltaal zelf een centrale voorziening beschikbaar voor het berichtenverkeer. Nu de markt in beweging is, onderzoekt Koppeltaal samen met leveranciers of een decentrale aanpak daarnaast haalbaar en wenselijk is.

Van centrale naar decentrale regie

Op dit moment is er weliswaar een afsprakenstelsel, maar nog altijd ook een door Koppeltaal beschikbaar gestelde centrale voorziening waar zorginstellingen gebruik van maken. De wens leeft bij de Koppeltaal community dat zorgaanbieders en leveranciers ook met een eigen voorziening kunnen komen. Deze voorziening moet dan wel voldoen aan de standaarden van Koppeltaal.

Deze ambitie kreeg recent opnieuw aandacht tijdens de inspiratiedag met de Koppeltaal communities in februari. Naar aanleiding daarvan is een verkenning gestart met zeven leveranciers, met als doel de mogelijkheden van een decentrale aanpak te onderzoeken. Deze verkenning bevindt zich nog in een oriënterende fase. 

Wat is een decentrale voorziening?

De huidige centrale voorziening van Koppeltaal fungeert als een tijdelijk verzamelpunt voor gegevensuitwisseling. Zorgdata wordt tijdelijk opgeslagen in een centrale FHIR-store en direct verwijderd zodra de ontvangende applicatie deze heeft opgehaald. Vanuit privacy- en compliance-oogpunt worden data wel kort bewaard, maar niet voor secundair gebruik, zoals wetenschappelijk onderzoek.

In een decentrale voorziening beheren zorginstellingen hun eigen technische infrastructuur — bijvoorbeeld een eigen FHIR-store — voor het verzenden, ontvangen en bewaren van zorginformatie. Daarmee blijven zij op elk moment eigenaar van hun eigen data. Met toestemming van de patiënt kan die data ook worden hergebruikt, bijvoorbeeld voor wetenschappelijk onderzoek. Dat maakt een fundamenteel verschil: wat in de centrale voorziening niet mag, kan binnen een decentrale voorziening wél.

Gezamenlijke verkenning met leveranciers

De behoefte aan een decentrale aanpak leeft. Met name grotere instellingen, zoals ziekenhuizen, geven de voorkeur aan oplossingen binnen hun eigen ICT-domein. Ook leveranciers toonden interesse in verdere verkenning.

Daarom is samen met leveranciers Axians, WildSea, KPN Health, Nedap, Enovation, Minddistrict en Founda een eerste verkenning gestart. Deze richt zich in eerste instantie op de businesswaarde, technische haalbaarheid en randvoorwaarden voor een decentrale voorziening. De uitkomsten moeten inzicht geven in wat nodig is om deze nieuwe richting te realiseren. Intussen blijft de centrale voorziening gewoon beschikbaar voor partijen die daarvan gebruik willen blijven maken.

Meer weten?

Neem contact op via Koppeltaal@vzvz.nl