Terug naar overzicht

"Ik heb me altijd geprofileerd als voorstander van Koppeltaal"

“Ik heb me altijd geprofileerd als voorstander van Koppeltaal. Dat zal ook mijn belangrijkste taak als bestuurder worden: om die rol vanuit mijn eigen instelling te promoten en het gewicht van de instelling binnen Koppeltaal in de schaal te leggen.” Dietmar Griep, Manager Informatiemanagement bij ParnassiaGroep, treedt aan als bestuurslid van Stichting Koppeltaal. Wij spraken hem over zijn drijfveer binnen de GGZ, zijn visie op eHealth en Koppeltaal, en de stappen die volgens hem nog in het verschiet liggen.
Dietmar Griep

Wederkerigheid als drijfveer

Het begin van Dietmars loopbaan staat in het teken van consultancy. In 2000 komt hij in contact met de GGZ voor het opstellen van een informatiebeleid voor de gemeenschappelijke verslavingszorginstellingen. “Na afronding van het onderzoek, en enkele opdrachten verder, raakte ik in gesprek met een bestuurder van Antes die mij vroeg een vernieuwingsslag te bewerkstelligen in de automatisering. Dat was rond 2011.” Sindsdien is Dietmar werkzaam binnen de GGZ-sector, waarbij zijn voornaamste drijfveer wederkerigheid is: “Ik geloof alleen maar in consultancy als er toegevoegde waarde in zit voor beide partijen; dat ik iets doe wat de klant verder helpt. Binnen de GGZ is dat natuurlijk heel duidelijk merkbaar: elke stap die je zet heeft direct een effect op wat onze behandelaren doen en dat beïnvloedt vervolgens wat er met de cliënten gebeurt."

Het motiveert mij enorm om IT in te kunnen zetten als een stuk verbetering en ondersteuning van de zorg aan cliënten.

Vanaf het begin van zijn GGZ-carrière was Dietmar ook al betrokken bij de initiatieven die later leidden tot het ontstaan van Koppeltaal. “Diverse GGZ-instellingen kwamen samen om de mogelijkheden te onderzoeken voor het ontwikkelen van gezamenlijke interventies. De vraag die wij onszelf continu stelden: ‘Hoe zorg je er nu voor dat je je cliënten de beste interventies kunt aanbieden?’ Daar heeft Koppeltaal een antwoord op.”

 

Uniformiteit in interventies

Bij ParnassiaGroep varieert het per onderdeel hoe ver ze zijn met de invoering van eHealth en Koppeltaal. “Parnassia is van oudsher een organisatie die groot is geworden door veel verschillende fusies, met als gevolg dat we veel verschillende varianten van eHealth in huis hebben; we zijn min of meer klant van bijna alle leveranciers! Momenteel zijn we met name een slag aan het maken om daar een meer uniforme dienstverlening voor onze cliënten van te maken.” Eén van de basispijlers van Koppeltaal speelt hierin een belangrijke rol, namelijk het gebruikmaken van de beste interventies die eHealth te bieden heeft zónder dat je iedere keer het hele platform meekrijgt.
 

Vereisten voor opschaling

Door een combinatie van factoren is de opschaling van eHealth binnen de GGZ-sector enigszins moeizaam verlopen. Veel behandelaren zetten vraagtekens gezet bij de effectiviteit van digitale behandeling. Dat komt doordat zij opgeleid zijn hun cliënten face to face te helpen, wat zij ook al jaren zo doen. “Onder druk van maatschappelijke ontwikkelingen zijn we vaak genoodzaakt tot vooruitgang. Daar is de coronacrisis exemplarisch voor gebleken, met als eerste conclusie: zie je, het kan! De Monitor uitzending GGZ tijdens Corona (op 18 mei 2020) brengt dit mooi in beeld.” Er zijn natuurlijke meer belemmeringen; hoe goed is de content? Is de gebruiker wel in staat ermee te werken? Past het bij de doelgroep? Afwegingen die altijd gemaakt moeten worden.

Inmiddels hebben we geleerd dat mensen meer kunnen dan we verwachten, wat zowel geldt voor behandelaren als voor cliënten. Ook is gebleken dat behandelstappen met eHealth intensiever kunnen worden uitgevoerd.

"Als ik een van mijn collega’s, die psychiater is, mag aanhalen; ‘je ziet dat je daardoor betere resultaten behaalt’. Essentieel voor verdere opschaling is volgens Dietmar de zekerheid te bieden dat wanneer je een product levert, het altijd en overal beschikbaar is. Bovendien moet het aanbod breed en divers zijn om aan te kunnen sluiten op de wensen van de behandelaren en de cliënten. Als laatste moet er ook aanzienlijke aandacht uitgaan naar de ondersteuning van beide partijen.

Als er problemen zijn, moeten behandelaren en cliënten ergens terecht kunnen.
 

Tot slot

Met bescheiden trots laat Dietmar ten slotte weten dat hij weleens de opmerking krijgt dat ParnassiaGroep op een aantal vlakken eigenlijk best ver is op het gebied van eHealth.

Ik zou graag willen dat we datgene waar we ver in zijn nog meer kracht kunnen bijzetten. Te laten zien dat we dingen optimaal kunnen laten functioneren tegen een acceptabele prijs. En dat ons doel binnen deze samenwerking altijd terug te leiden is naar verbetering voor cliënten en voor de behandelaar.

"Een van de grootste beloftes van eHealth is dat je de cliënt zoveel mogelijk in de autonomie plaatst. Dat de cliënt de zelfregie heeft over wat er wel en niet moet gebeuren. Als je daarin kan faciliteren, is dat heel mooi. In het verlengde hiervan past ook mijn rol als bestuurder van Koppeltaal. Ik zie twee belangrijke ontwikkelingen naar de toekomst. Koppeltaal en MedMij zie ik elkaar in de toekomst versterken en verder naar elkaar toegroeien. En dat Koppeltaal breder in de zorg ingezet gaat worden. Deze ontwikkelingen wil ik als bestuurder graag stimuleren.”

Als je kijkt naar verschillende aanbieders, heeft elk platform een eigen look and feel. Op het moment dat je een module aanbiedt waar ook een stukje platform van een derde partij in zichtbaar is, komt dit niet ten goede van de gebruikerservaring. Je wilt dus eigenlijk dat alle leveranciers meegaan op het oorspronkelijke gedachtegoed van Koppeltaal.

"De ambitie is dan ook om de modules die binnen Koppeltaal afgedraaid kunnen worden op een zo transparant mogelijk niveau aan te bieden. Ik geloof sterk in eenvoudige systemen, zodat de cliënt zichzelf wegwijs kan maken. Dat is ook de kracht als je bijvoorbeeld kijkt naar elektronisch bankieren: hoe simpeler, hoe makkelijker in gebruik. Op een gegeven moment werkt het dan zo intuïtief dat je er vanzelf mee aan de slag kan.”